Het was prachtig weer vanmorgen, ideaal voor onze dagtocht naar de
hoogvlakte van het Bieszczadzki Nationaal Park. We vertrokken vanmorgen om
kwart over negen en het was een hele klus om boven te komen. De tocht was in
totaal “slechts’ 2 x 6 km maar we stegen van 652 meter naar 1224 meter, dat is 572 meter, een gemiddeld stijgingspercentage van ongeveer 10%. Terug moesten we
dit percentage dalen, je raakt dan wel niet buiten adem maar mijn knieën
protesteerden hevig. Gelukkig hadden we onze nordic-walkingstokken mee, want we
hebben wel geleerd van de afdaling vorig jaar van de berg Snowdon in Wales van
1085 meter; ik heb toen bijna vier dagen niet kunnen lopen van de spierpijn.
Maar toen lieten we ons naar boven brengen door een treintje en nu zijn we
dus 572 meter gestegen én gedaald. Ik vind dit dus weer een hele prestatie van
mezelf! Het staat niet in verhouding tot Sabine, Ewald, Sylvia en Paul die
vandaag meerdere keren de Alpe d’Huzes hebben beklommen op hun fiets, maar ik
ben ook trots.
Toen we boven waren hadden we een spectaculair uitzicht over
de bergen en heel diep in de verte zagen we de camping liggen met onze camper
als een speldenprikje. Terug op de camping ben ik in mijn stoel geploft om er
het eerste half uur niet meer uit te komen. Ik was kapot!
Vanavond gaan we in het nabijgelegen dorpje in een
restaurantje eten. Wat we begrepen van het uithangbord hebben ze daar regionale
gerechten. Helaas weten we niet wat “kaas” is in het Pools, dus hopelijk heeft
Ton het vanavond ook nog naar zijn zin…….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten